Minicursus Esperanto - les 3


DRIETRI


3. ZINSBOUW

3.1. Bevestigende zinnen

De volgorde van de zinsdelen is vrij. De betekenis van de verschillende zinsdelen moet blijken uit de woorduitgangen.

vb.:

  • La altaj domoj. - of - La domoj altaj.
    Betekenis: De hoge huizen.

    Aan de 'a' herkent men het bijvoeglijk naamwoord.
    Aan de 'o' herkent men het zelfstandig naamwoord.

  • Li kantas bele. - of - Li bele kantas.
    Betekenis: Hij zingt mooi.

    Aan de 'as' herkent men het vervoegde werkwoord (O.T.T.).
    Aan de 'e' herkent men het afgeleide bijwoord.

  • La hundo mordas la viron. - of - La viron mordas la hundo.
    Betekenis: De hond bijt de man.

    Aan de 'n' herkent men het lijdend voorwerp (accusatief).
    Hierop komen we later terug.

 

3.2. Ontkennende zinnen

Zinnen ontkennend maken kan op twee manieren:

  1. de hele zin
    De hele zin wordt ontkennend gemaakt door het woordje 'ne' voor het werkwoord te plaatsen.
    vb.:
    • La infano ludas. - Het kind speelt.
    • La infano ne ludas. - Het kind speelt niet.
  2. een deel van de zin
    Men kan een woord of zinsdeel ontkennen door het woordje 'ne' voor dit woord of zinsdeel te plaatsen.
    vb.:
    • Li estas malsana sed ne grave.
      Hij is ziek maar niet erg.
    • Li ludas ne per pilko sed per globeto.
      Hij speelt niet met 'n bal maar met een knikker.
      Dus niet:
      Li ne ludas per pilko ....
      In dit geval zou hij 'niet spelen', dus ook niet met de knikker of wat dan ook.

 

3.3. Vragende zinnen

Aangezien de volgorde van de zinsdelen vrij is, kan men in Esperanto geen inversie (omkering) toepassen.

vb.:

Jij loopt naar huis.
Loop jij naar huis?

 

Vragende zinnen kan men verkrijgen op twee manieren:

  1. door gebruik van 'ĉu'
    Men plaatst gewoon 'ĉu' voor de bevestigende zin.
    vb.:
    Vi kuras al la domo.  Ĉu vi kuras al la domo?
    (Vergelijk met het Franse "est-ce que").
  2. door de zin te beginnen met een vraagwoord

Deze vraagwoorden zijn:

  1. de vragende voornaamwoorden:
    kio (wat), kiu (wie/welke), kia (hoe), kies (wiens)
  2. de correlatieve bijwoorden:
    kie (waar)
    kiel (hoe, op welke wijze)
    kial (waarom)
    kien (waarheen)
    kiam (wanneer)
    kiom (hoeveel)
  3. andere vraagwoorden met waar...
    waardoor (door wat)
    per kio
    waarin (in wat)
    en kio
    waarmee (met wat
    kun kio
    waarop (op wat)
    sur kio
    waarvoor (voor wat
    por kio

 

Let op!

'Waar' vraagt in het Esperanto steeds naar een plaats (kie), we moeten
dus naar de 'echte' betekenis vertalen en 'wat' gebruiken, voorafgegaan
door het voorzetsel.

vb.:

Wie ben jij? => Kiu vi estas? - of - Kiu estas vi?

Waar woon jij? => Kie vi loĝas? - of - Kie loĝas vi?

Waarin leven de vissen? => En kio la fiŝoj vivas? - of - En kio vivas la fiŝoj?

Onthoud dus vooral dat een omgekeerde zin GEEN vraag is.
Vraag of geen vraag wordt ALLEEN bepaald door 'ĉu' of een 'vraagwoord'.


VOORVOEGSELS

Om de woordvorming beter te kunnen begrijpen en om de woordenschat drastisch te vergroten, krijg je hier al enkele voor- en achtervoegsels.

In Esperanto hebben de voor- en achtervoegsels een vaste betekenis en kan men dus vrij gemakkelijk gaan 'bouwen' met stammen, voor- en of achtervoegsel(s).

 

mal-

vormt het logisch-tegengestelde idee van wat de stam aangeeft.

Meestal neemt men een zogenaamd 'positief' idee als stam en vormt het 'negatieve' door er 'mal' voor te plaatsen.

vb.:

lang longa mallonga kort
gezond sana malsana ziek
sluiten fermi malfermi openen
nuttig utila malutila schadelijk

 

ge-

duidt op het aanwezig zijn van beide geslachten in het stamwoord.

Doordat het gaat over "beide" geslachten, is het dus ook meervoud (+j)!!

vb.:

mijnheer sinjoro gesinjoroj dames en heren
vader patro gepatroj ouders
broer frato gefratoj broers en zussen (in één familie)

 

bo-

duidt op verwantschap door huwelijk.

vb.:

moeder patrino bopatrino schoonmoeder
zoon filo bofilo schoonzoon

 


ACHTERVOEGSELS

-in-

duidt op het vrouwelijk van levende wezens.

vb.:

jongen knabo knabino meisje
vrijgezel fraŭlo fraŭlino juffrouw
tijger tigro tigrino tijgerin

 

-ej-

duidt op een plaats bestemd voor, of gekarakteriseerd door, het begrip van de stam.

vb.:

koken kuiri kuirejo keuken
leren lerni lernejo school
paard ĉevalo ĉevalejo paardenstal
gras herbo herbejo weide

 

-ant-

vormt het actief tegenwoordig deelwoord.

De handeling is reeds begonnen en nog niet beëindigd.

vb.:

leren lerni lernanto leerling (iemand die aan 't leren is) (zelfstandig naamwoord)
lopen kuri kuranta lopend(e) (bijvoeglijk naamwoord)
spelen ludi ludante (al) spelend (bijwoord)

Let op de overeenkomst -ant- <=> aan 't!!

 

-ist-

duidt op het beroep of de hoofdbezigheid die te maken heeft met de stam.

vb.:

koken kuiri kuiristo kok
tand dento dentisto tandarts
kunst arto artisto artiest, kunstenaar

 


TELWOORDEN:

nul unu du tri kvar kvin ses sep ok naŭ dek cent mil
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 100 1000

 

Let op!

miliono   : 1 000 000

miliardo  : 1 000 000 000

Dit zijn GEEN telwoorden maar zelfstandige naamwoorden, vandaar de uitgang -o.
(Dit is ook zo in het Nederlands.)

biliono  : 1 000 000 000 000 (Engels-Duits)     = duiliono

biliono  : 1 000 000 000       (Belg.-USA-Ital.)  = miliardo

Omdat biljoen zo onregelmatig is, wordt in Esperanto de regelmatige vorm:
duiliono en miliardo gebruikt.

Om te tellen gaat men zeer logisch te werk:

dek dudek (2x10) tridek (3x10) kvardek (4x10) ... naŭdek (9x10) cent ducent (2x100)
10 20 30 40 ... 90 100 200

De tientallen worden vermenigvuldigd.
Bij een vermenigvuldiging (20, 30, 300, 400) schrijft men alles AANEEN.

 

dek dek unu (10+1) dek du (10+2) dek tri (10+3) dek kvar (10+4) dek kvin (10+5) dek ses (10+6) dek sep (10+7) dek ok (10+8) dek naŭ (10+9)
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

Eenheden worden opgeteld bij de tientallen en gelezen van links naar rechts.
Bij een optelling (10+1, 20+5, 30+7, 90+8) schrijft men LOS van elkaar.

 

100 = cent 1000 = mil 876 = okcent sepdek ses
200 = ducent 2 000 = du mil 999 = naŭcent naŭdek naŭ
300 = tricent 3 000 = tri mil 1 995 = mil naŭcent naŭdek kvin

Veelvouden van duizendtallen, miljoenen, miljarden schrijft men los van elkaar (mil, miliono, miliardo staat dan als het ware als een scheiding, zoals bij getallen, tussen de cijfers):

 

   7 895 = sep mil okcent naŭdek kvin

  15 234 = dek kvin mil ducent tridek kvar

568 236 = kvincent sesdek ok mil ducent tridek ses

 


DAGEN VAN DE WEEK

tago semajno lundo mardo merkredo ĵaŭdo vendredo sabato dimanĉo
dag week maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag

 


MAANDEN VAN HET JAAR

monato jaro superjaro
maand jaar schrikkeljaar

 

januaro februaro marto aprilo majo junio
januari februari maart april mei juni
julio aŭgusto septembro oktobro novembro decembro
juli augustus september oktober november december

 


OEFENINGEN

Aan de hand van voorgaande lessen en de woordenlijst aan het einde van deze les, zou je nu al heel wat moeten kunnen vertalen.
Probeer maar eens.

Traduku:

Mi loĝas en malgranda vilaĝo. Ĉu vi ankaŭ loĝas en vilaĝo?

Li loĝas ne en vilaĝo sed en urbo. Mi loĝas kun miaj gepatroj en granda domo.
Nia domo konsistas el kvin ĉambroj: la manĝoĉambro, la salono, la kuirejo, la dormĉambro kaj la banĉambro.

Malgranda sed tre utila estas la necesejo.

Mia patro laboras en fabriko. Mia patrino ne laboras en fabriko, ŝi laboras en la domo.
Mia frato iras al la lernejo. Mia fratino restas en la domo ĉar ŝi estas malsana.

La lernejo estas en la urbo. La instruisto staras antaŭ la klaso kaj instruas.

La lernantoj sidas sur la seĝoj, ili aŭskultas.

Ili lernas pri matematiko. La instruisto skribas per feltskribilo.

La lernantoj skribas per globkrajonoj. La tabulo kaj la tabloj estas blankaj.

Ankaŭ la muroj kaj la plafono estas blankaj.

Sur la tabloj kuŝas libroj kaj kajeroj. En la klaso estas multaj ŝrankoj.

Multaj libroj staras en la ŝranko. En la lernejo estas knaboj kaj knabinoj.

Ili estas junaj. La instruisto ne estas juna.

 

Dombestoj:

La hundo, la kato, la ĉevalo kaj la bovo estas dombestoj.
La ĉevalo kaj la bovo staras sur la herbejo. La hundo kaj la kato estas en la domo.
La hundo kuŝas sur la planko en la kuirejo. La kato kuŝas en fotelo. Ĝi dormas.

Kiam mi eniras, la hundo bojas sed ne mordas. Sur la tegmento sidas kolomboj.

Inter la arboj flugas paseroj. Merlo kantas en la ĝardeno. En la kuirejo zumas muŝoj ĉirkaŭ la lampo. Musoj kaj ratoj ankaŭ estas dombestoj.

Ratoj ne estas en nia domo. Musoj estas en la bovejo.

 

Respondu:

Kie vi loĝas? Kia estas via nomo? Ĉu vi laboras? Kie vi laboras?

Ĉu vi loĝas en urbo? Ĉu via domo estas granda? Ĉu vi bone lernis?

Ĉu vi dormas dum la tago? Kiu tago estas hodiaŭ? Kiu monato estas nun?

Ĉu vi volas legi? Ĉu vi multe parolas? Ĉu staras arboj laŭ via strato?

Ĉu merlo bele kantas? Ĉu via fratino estas malsana?

 

WOORDENSCHAT

Esperanto Nederlands
ankaŭ ook
antaŭ voor (plaats/tijd)
arbo boom
aŭskulti luisteren
bani baden ('n bad geven)
besto dier
blanka wit
boji blaffen
bona goed
bovo rund
ĉambro kamer
ĉar want, daar
ĉevalo paard
ĉirkaŭ rond(om), omstreeks
domo huis
dormi slapen
dum gedurende, tijdens
en in
esti zijn
fabriko fabriek
feltskribilo viltstift
flugi vliegen
fotelo zetel
frato broer
globo bol
granda groot
ĝardeno tuin
herbo gras
hodiaŭ vandaag
hundo hond
instrui lesgeven
inter tussen
iri gaan
juna jong
kaj en
kajero schrift
kanti zingen
kato kat
kiam wanneer
klaso klas
knabo jongen
kolombo duif
konsisti el samengesteld zijn uit
krajono potlood
kuiri (eten) koken
kun (samen) met
kuŝi liggen
labori werken
lampo lamp
laŭ langs, volgens
legi lezen
lerni leren
libro boek
loĝi wonen
manĝi eten
matematiko wiskunde
merlo merel
monato maand
mordi bijten
multa veel
muro muur
muso muis
muŝo vlieg
necesa nodig
nomo naam
nun nu
paroli spreken
pasero mus
patro vader
per met, door middel van
plafono plafond
planko vloer
pri over
rato rat
resti blijven
salono salon
sana gezond
sed maar
seĝo stoel
sidi zitten
skribi schrijven
stari staan
strato straat
sur op
ŝranko kast
tablo tafel
tabulo bord
tago dag
tegmento dak
tre zeer
urbo stad
utila nuttig
vilaĝo dorp
voli willen
zumi zoemen


volgende

terug naar begin vorige volgende

 

Bijgewerkt op 02-04-2024