Dammen is, zoals schaken, een zeer oud strategisch bordspel.
De spelregels zijn heel eenvoudig maar het spelen vereist een goede strategie en het vooraf berekenen van een zo groot mogelijk aantal zetten.
Het geheugen wordt ook getraind door het in gedachten uitvoeren van deze geplande zetten om de invloeden te overzien en de mogelijke reacties van de tegenstander in te calculeren.
In Europa werden de eerste competities gespeeld aan het eind van de negentiende eeuw.
De meeste wereldtitels werden gewonnen door de Russen en op de tweede plaats door de Nederlanders.
Er wordt gespeeld op een bord van 100 velden.
Alleen de donkere velden worden gebruikt.
Op wedstrijdborden zijn deze velden genummerd van 1 t/m 50. De nummering heeft een speciaal patroon zodat ze gemakkelijk van buiten geleerd kan worden, hierdoor kan deze registratie dan ook op niet genummerde borden gemakkelijk toegepast worden.
Iedere speler start met 20 schijfjes (ook pionnen of stenen genoemd).
De 20 zwarte staan bij de aanvang van het spel op de velden 1 t/m 20.
De 20 witte schijfjes op de velden 31 t/m 50.
De speler met de witte schijven begint het spel door een schijfje te verschuiven naar een vrij veld van dezelfde kleur.
Om een dame kenbaar te maken plaatst men een tweede schijf van dezelfde kleur op de gepromoveerde schijf.
Als de pion op veld 32 aan zet is, kan hij de pion op veld 27 slaan door zijn schijfje van 32 te verplaatsen naar 21 en de vijandelijke schijf van 27 te verwijderen.
Hij springt dus over de schijf en blijft er vlak achter staan.
Als de dame op veld 5 aan zet is, mag zij door haar extra kracht over de schijf op 32 springen en deze schijf wegnemen. Zij is ook vrij om te kiezen waar ze blijft staan. Gelijk welk vrij veld van de gevolgde diagonaal, tussen de geslagen schijf en de bordrand, is toegestaan (hier 37, 41 of 46).
Als men met een dame en met een pion op meerdere plaatsen een gelijk aantal schijven kan slaan, dan is men vrij om te kiezen. Een dame heeft geen voorrang op een pion, alleen het aantal telt. Als men een dame kan slaan telt dit ook maar voor één stuk, ondanks dat het in feite twee schijven op elkaar zijn.
Indien men aan zet is en er zijn verschillende mogelijkheden om één of meer stukken te slaan, dan is men verplicht te slaan op de manier die het meeste pionnen opbrengt. Men mag geen schijf laten staan ook als is dat in het eigen nadeel!
Als een pion over een vijandelijk stuk gesprongen is en er zich dan weer een andere pion zonder dekking bevindt, dan moet die ook nog geslagen worden tijdens dezelfde zetbeurt. Dit gaat zo door tot er geen sprongen meer gemaakt kunnen worden. Voor de pion mag het maar een enkel vrij veld zijn, voor een dame maakt het niet uit hoeveel velden er open liggen.
Tijdens het slaan mag men pas de geslagen schijven van het bord nemen als de slagzet voltooid is.
Men mag tijdens een slagzet GEEN TWEEMAAL over dezelfde pion springen.
Pion 25 slaat 20 en 9 en belandt op 3 (achterste rij) waar hij 'gekroond' wordt tot dame.
Hier zijn drie mogelijkheden:
Meerslag gaat voor, dus mag de dame kiezen tussen '2' en '3'.
Hier is de beste slag '2' omdat de dame dan vanaf veld '3' alle schijven in de linkerbovenhoek blokkeert! (Ze kan op en neer lopen tussen 3 en 26!)
Drie mogelijkheden:
Op alle manieren is de opbrengst 2 schijven en mag er een vrije keuze gemaakt worden.
De keuze voor '3' is hier de beste omdat hierdoor de 6 schijven in de linkerbovenhoek vastgezet worden.
Keuze '2' is de slechtste omdat dan de zet van zwart, 10-14, de dame opnieuw verplicht te slaan naar 10, waar de dame dan geslagen wordt door de schijf op 5.
Als de dame van 3 slaat over 8 en 17, dan gaat zij best door tot 26. Op 21 zou zij geslagen worden door de pion op 16!! Een dame mag doorlopen, een pion moet op het eerste vrije veld staan blijven.
Vier mogelijkheden:
Op 3 bereikt de pion wel de achterste lijn maar krijgt geen dame omdat hij nog MOET doorslaan tot het eindpunt 14!! Hij mag ook geen tweemaal over dezelfde schijf 9.
Optie '3' en '4' hebben een gelijke opbrengst en geven 1 schijf meer dan '1' en '2'. Men mag dus kiezen tussen '3' of '4'.