Esperanto is een van de vele kunsttalen die ooit ontworpen werden om de communicatie tussen mensen met verschillende moedertalen te vergemakkelijken. De idee is zeer eenvoudig: als iedereen buiten zijn eigen taal een algemeen aanvaarde wereldtaal zou leren, kan men met slechts twee talen de hele wereld rond.
Dat het niet zo eenvoudig is om deze ideeën in de praktijk toe te passen, is ons bekend. Er zijn zowat 300 kunsttalen ontworpen tijdens de laatste 150 jaar. De enige die daarvan overgebleven is en een tamelijk bestaan heeft opgebouwd, met veel eigen literatuur en beoefenaars in ongeveer 100 landen, is het Esperanto.
De grondlegger van het Esperanto is de Poolse Jood Lazaro Ludoviko Zamenhof, geboren op 15 december 1859 in Bialistok en overleden in Warschau op 14 april 1917.
De bevolking van Bialistok, een oude Poolse stad, in die tijd gelegen in de Russische provincie Grodno, bestond uit vier verschillende groepen: Russen, Polen, Duitsers en Joden. Elk van deze groepen sprak een eigen taal, wat zeker niet bijdroeg tot een goede verstandhouding.
Tijdens de studie van Grieks en Latijn aan het gymnasium, kwam bij Zamenhof de idee op om de wereld rond te reizen en de mensen ertoe aan te zetten om een van deze talen te doen herleven voor gemeenschappelijk gebruik. Toen hij echter later Engels ging leren, viel hem de eenvoud van de Engelse grammatica op, in tegenstelling tot het Latijn en Grieks. Na ernstig onderzoek ontdekte hij dat de overvloed van grammaticale vormen slechts een historisch toeval was en geenszins noodzakelijk om een duidelijke taal mogelijk te maken.
Zijn besluit stond nu vast; de spraakkunst van 'zijn' taal zou tot een minimum herleid worden. Hij ontwierp een grammatica die slechts een paar bladzijden besloeg en toch de mogelijkheden bevatte om een volwaardige taal te vormen. De enorme dikke woordenboeken met zoveel verschillende woorden lieten hem echter niet met rust.
Enkele jaren later viel hem toevallig op dat op verschillende uithangborden met Poolse woorden, steeds weer eenzelfde achtervoegsel voorkwam. Het was alsof voor zijn ogen al die dikke woordenboeken begonnen te krimpen tot miniatuurexemplaren. Want, zo redeneerde hij, wat met achtervoegsels kan, kan ook met voorvoegsels. Nu ontwikkelde hij een systeem om met één stamwoord en de hulp van voor- en/of achtervoegsels verschillende woorden te bouwen.
Nu nog een geschikte woordenschat vinden en het probleem was opgelost. Aangezien de moderne talen reeds een aanzienlijke hoeveelheid internationale woorden telden, stond zijn besluit vast: zijn eerste woordenboek zou vooral geput worden uit de Romaans-Germaanse talen.
In 1887 verscheen de eerste brochure: 'D-ro Esperanto: Lingvo Internacia, Antauparolo kaj plena lernolibro'. Het pseudoniem, D-ro Esperanto, betekent: 'De dokter die hoopt'. Naar dit pseudoniem werd later de internationale taal genoemd.
Na 1888 kwamen veel leden van de toenmalige Volapük-beweging over naar het succesrijkere Esperanto.
In de periode 1900-1905 breidde de Esperantobeweging zich snel uit. In 1905 vond het eerste congres plaats in Boulogne-sur-Mer. Tijdens dit congres werd een verklaring over het esperantisme aangenomen. Deze hield in dat Esperanto door iedereen en voor gelijk welk doel mag worden gebruikt.
Zamenhof kon deze verklaring slechts met moeite aanvaarden en bleef steeds wijzen op 'La interna ideo' van Esperanto, dat men zou kunnen omschrijven als een streven naar een vreedzaam samenleven van alle volkeren, gebaseerd op absolute gelijkheid en rechtvaardigheid. Een van de resultaten van dit congres was de oprichting van een taalcomité dat de bevoegdheid kreeg om toe te zien op de ontwikkeling van de taal volgens het 'Fundamento de Esperanto', dat als onaantastbare basis verklaard werd.
Van 1905 tot op heden vond ieder jaar een wereldcongres plaats, met uitzondering van de oorlogsjaren, en dit steeds in een ander land. In 1982 viel de eer voor de derde maal te beurt aan ons land. In Antwerpen kwamen toen 1899 mensen uit 51 landen samen. In 1987 werd het 100-jarig bestaan gevierd met het wereldcongres in Warschau (Polen). Meer dan 5 000 esperantisten uit 62 landen namen hieraan deel.
In 1908 werd de 'Universala Esperanto Asocio' opgericht door Hodler en Rousseau. Tot de doelstellingen behoorden niet alleen het bevorderen van het gebruik van Esperanto, maar ook het aanbieden van haar diensten bij internationale contacten en dit zonder een bepaalde politieke of religieuze grondslag.
In 1954 werd aan de conferentie van de UNESCO in Montevideo een verzoekschrift met miljoenen handtekeningen aangeboden om erkenning van de rol van Esperanto te vragen. In de daarop aanvaarde resolutie worden de resultaten geprezen die door Esperanto bereikt zijn ten aanzien van de uitwisseling op intellectueel gebied en bij de toenadering tussen de volkeren der wereld. Het onderwijs in Esperanto op scholen werd aanbevolen.
(In 1985 werd op 79 universiteiten Esperanto onderwezen.)
Verschillende radio-uitzendingen, vakverenigingen en organisaties die zich baseren op een bepaalde leefwijze of liefhebberij, zorgen voor de instandhouding en verspreiding van de internationale taal Esperanto.
Indien ja, dan is het nu tijd om de minicursus eens te bekijken die ik hier gratis aanbied.
Heb je problemen om de speciale Esperantolettertjes met circumflex te typen? Kijk dan bij: 'Kapjesletters'.
Wil je eens horen hoe een Esperantoliedje klinkt? Klik dan op de gewenste link hieronder.
(Om problemen met SABAM te vermijden en om plaats te sparen, zijn het maar korte fragmenten van een liedje.)
Een leuke website is ook Esperanto en zijn woorden.
Het is een project van Pablo Fig dat speelt met de betekenis van Esperantowoorden door het beeld van de letters.
Nog een heel leuke website is Tekstoj - over teksten en vertalingen.
Roel Haveman werd als tiener aangetrokken door het Esperanto: een eenvoudige, snel te leren taal waarmee iedereen zich zonder al te veel moeite op internationaal niveau kan uiten. Hij ontdekte toen dat het Esperanto ook een hele rijke taal was met prachtige woord- en zinsconstructies die in het Nederlands ondenkbaar zijn.
Je vind daar o.a.: 'Valse vrienden' een interessante collectie van valse vrienden tussen het Nederlands en Esperanto maar ook homoniemen, vormverschillen en invloeden van andere talen.
Een van onze Limburgse Esperantisten, Pieter Jan Doumen, vertaalde enkele werken naar het Esperanto en is de auteur van een tweemaandelijks tijdschriftje in het Esperanto: "La Ponto" (= De brug).
Hij stelt deze gratis ter beschikking van de liefhebbers.
Klik hier voor het archief met de tijdschriftjes:
De vertaalde werken zijn hier gratis te downloaden:
Vertaalde werken
Via internet is er een groot archief van gedigitaliseerde tijdschriften te raadplegen:
BitArkivo
Meer informatie over Esperanto vind je op de website van de Vlaamse Esperantobond.