Een ongebruikelijke situatie is, op zichzelf beschouwd, meestal niet humoristisch. Als er echter tegelijkertijd sprake is van een mogelijk interpretatieprobleem, dan kan dit aanleiding zijn voor een zekere psychologische spanning, die zich als humor laat kwalificeren. De vraag doet zich dan voor 'ben ik nou gek of...'.
Herman Finkers maakt hiervan duidelijk gebruik in zijn teksten.
Bv. in een verhaal over de kampioenschappen jeu de boule:
'er waren ook een aantal Engelsen aanwezig, deze deden een gooi naar de prijzen en moesten worden gediskwalificeerd.'
Het interpretatieprobleem zit hem erin dat 'een gooi naar de prijzen doen' idioom is en dus dubbelzinnig. De letterlijke uitleg is echter absurd, en valt bij eerste lezing (horing?) onmiddellijk af. In het vervolg blijkt echter dat de letterlijke lezing bedoeld was. Hierdoor wordt de absurditeit versterkt.
We kunnen van deze observatie bewust gebruik maken en op die manier humor 'produceren'. Met een aantal collega's in Twente heeft hij min of meer mechanisch zinnen geproduceerd, door een stukje idioom te nemen en er een context bij te zoeken waarin de letterlijke betekenis absurd of althans vreemd is. Hieronder een aantal van deze zinnen: